Wie moet een identificatiekaart dragen?Elke bewakingsagent, en ook het leidinggevend personeel van een bewakingsonderneming of een interne bewakingsdienst, moet over een identificatiekaart beschikken. Bij de uitoefening van bewakingsactiviteiten moet hij deze kaart steeds bij zich dragen. Indien hij over geen afzonderlijk herkenningsteken beschikt, moet hij deze kaart zichtbaar en leesbaar dragen. Met de kaart bewijst de agent dat hij aan alle uitvoeringsvoorwaarden van de wet voldoet. Deze kaart wordt afgeleverd door de minister van Binnenlandse Zaken. De kaart is voor vijf jaar geldig. Wie geen identificatiekaart heeft kan geen bewakingsopdrachten uitoefenen.
Op deze regel bestaat een uitzondering voor buitenlandse bewakingsagenten. Dit zijn agenten die niet in ons land verblijven, maar er toch activiteiten uitoefenen. Zij mogen maar moeten niet noodzakelijk over een identificatiekaart beschikken. Deze agenten moeten wél op elk moment via andere documenten kunnen aantonen dat ze aan de wettelijke uitoefeningsvoorwaarden voldoen. Deze uitzondering geldt dan weer niet indien deze agenten activiteiten verrichten van persoonscontrole.
De identificatiekaart wordt uitgereikt door de minister van Binnenlandse Zaken. De bewakingsagent moet zijn identificatiekaart overhandigen bij elke vraag van een lid van een politiedienst. Meer en meer vragen ook klanten van bewakingsondernemingen, zoals banken en grootwarenhuizen, aan de bewakingsagent om zijn identificatiekaart te tonen. Zo willen ze nagaan of ze wel te maken hebben met een echte bewakingsagent.
Bij de uitoefening van activiteiten van waardetransport moet de kaart ook aan de houders van stoppunten kunnen getoond worden teneinde hen in staat te stellen de bewakingsagent behoorlijk te identificeren. Indien een houder van een stoppunt, ondanks het vertoon van de identificatiekaart, twijfelt aan de bedoelingen van diegene die zich als bewakingsagent aandient, kan hij een fotokopie maken van de kaart en deze kopie ten behoeve van eventuele gerechtelijke onderzoeken, maximaal twee maanden, bijhouden.
Soorten identificatiekaartenEr zijn op dit ogenblik drie soorten identificatiekaarten voor bewakingsagenten en twee soorten voor leidinggevend personeel. Dit komt doordat deze officiële kaarten in de loop der tijden twee maal gewijzigd zijn.
Een eerste soort, die ingevoerd werden in 1991, is uitsluitend bestemd voor bewakingsagenten, en ziet er als volgt uit.
Een tweede versie van de identificatiekaart is in omloop gebracht in 2000 en is bestemd voor bewakingsagenten en voor leidinggevend personeel. Ze is kleiner dan de eerste versie omdat ze zou kunnen gedragen worden in een badgehouder en zo dienst doen als badge.
Ze ziet er als volgt uit.
De kaart bevat volgende gegevens.
- De foto van de bewakingsagent of leidinggevend personeel, zijn naam, voornaam en geboortedatum.
- Het volgnummer van de kaart en de vervaldatum ervan.
- Verder bevat de kaart ook de functie van de agent of leidinggevend personeel.
De functie wordt omschreven door één of meerdere codes. Deze codes verwijzen naar het soort activiteiten, waartoe de personeelsleden, gezien hun opleiding, zijn toegelaten. Er zijn volgende codes:
- ‘Dir': personeel dat de opleiding leidinggevend personeel volgde of hiervan werd vrijgesteld;
- ‘Exe': bewakers die de basisopleiding volgden of hiervan zijn vrijgesteld;
- ‘Exe01': bewakers die naast de basisopleiding ook de opleiding waardetransport volgden of hiervan zijn vrijgesteld;
- ‘Exe02': bewakers die naast de basisopleiding ook de opleiding bescherming personen volgden of hiervan zijn vrijgesteld;
- ‘Exe03': bewakers die naast de basisopleiding ook de opleiding interventie na alarm volgden of hiervan zijn vrijgesteld;
- ‘Exe04': bewakers die naast de basisopleiding ook de opleiding operator alarmcentrale volgden of hiervan zijn vrijgesteld;
- ‘Exe05A': bewakers die naast de basisopleiding ook de opleiding persoonscontrole – korte type volgden;
- ‘Exe05B': bewakers die naast de basisopleiding ook de opleiding persoonscontrole – lange type volgden;
- ‘Exe06': bewakers die naast de basisopleiding ook de opleiding winkelinspecteur.
Een derde versie ten slotte werd in omloop gebracht in de loop van 2003. Ze is op één detail na identiek aan de vorige versie. Ze vermeldt de naam van de bewakingsonderneming of van de onderneming van de interne bewakingsdienst waartoe de drager, bewakingsagent of leidinggevend personeel, ervan behoort.
Kaarten uit een eerdere versie blijven geldig voor de personen aan wie ze werden uitgereikt tot de vervaldatum die op de kaarten vermeld staat. Zo zal de allerlaatste van de eerste versie geldig blijven tot maart 2005 en deze van de tweede versie tot april 2008.
Procedure tot het bekomen van een identificatiekaart
De aanvraag voor het bekomen van een identificatiekaart gebeurt door de bewakingsonderneming of de interne bewakingsdienst bij wie het leidinggevend personeel of de bewakingsagent zal worden tewerkgesteld. Hiervoor zal de onderneming van de bewakingsagent volgende documenten moeten bekomen:
- Een recente pasfoto.
- Een getuigschrift van goed zedelijk gedrag, maximum zes maanden oud. Dit document kan bekomen worden bij het bestuur van de gemeente waar het personeelslid woont.
- Uitsluitend voor bewakingsagenten: een bewijs van gunstig medisch onderzoek.
- Uitsluitend voor bewakingsagenten: een bewijs van gunstig psycho-technisch onderzoek.
- Getuigschrift(en) van de gevolgde opleiding(en).
- De instemming met een veiligheidsonderzoek.
De identificatiekaarten worden aangemaakt door de FOD Binnenlandse Zaken.
Een personeelslid dat niet langer werkzaam is bij een bepaalde bewakingsonderneming of interne bewakingsdienst moet zijn identificatiekaart bij zijn werkgever inleveren. Deze dient ze in bij de FOD Binnenlandse Zaken.
In sommige gevallen zal de identificatiekaart moeten ingediend en vervangen worden.
- Indien de kaart niet langer geldig is omdat ze vijf jaar oud is en de vervaldatum is verstreken.
- Indien de foto van de houder van de kaart niet langer gelijkend is met het uitzicht van de drager ervan.
- Indien de houder van naam, voornaam of binnen de onderneming van functie verandert.
In twee gevallen zal de identificatiekaart moeten worden ingeleverd, zonder dat ze wordt vervangen.
- De betrokkene is niet langer tewerkgesteld bij een bewakingsonderneming of in een interne bewakingsdienst.
- Het personeelslid voldoet niet langer aan de voorwaarden om zijn beroep uit te oefenen.
Dankzij moderne technieken, kan een bewakingsagent aan de hand van de identificatiekaart doeltreffend geïdentificeerd worden. Dit gebeurt in combinatie met een uitleesapparaat en digitale fotografie vanuit een centrale (van de bewakingsonderneming of van de klant).
De identificatiekaart kan bij wijze van sanctie ingetrokken of tijdelijk ingehouden worden (zie schorsing en gedwongen intrekking).
Regelgeving: artikel 8, §3 van de wet.
Koninklijk besluit van 12 oktober 2006 tot vaststelling van het model van de identificatiekaart , bedoeld in de wet van 10 april 1990 tot regeling van de bijzondere en private veiligheid (B.S., 27 oktober 2006).
Folder: De identificatiekaart voor bewakingsagenten.