Mobiele bewaking

Met mobiele bewaking bedoelen we de bewakingsopdracht waarbij een bewakingsagent een ronde uitvoert, meestal met een voertuig en op de openbare weg. Tijdens deze ronde controleert hij bepaalde gebouwen. Deze controle heeft betrekking op verdachte elementen: zijn er aanwijzingen van inbraak, vandalisme, diefstal… of te controleren elementen in afspraak met de houder van het gebouw. Een bijzondere vorm van mobiele bewaking vormt de interventie na alarm.

Soort bewaking
Mobiele bewaking wordt aanzien als een activiteit bestaande uit de ‘bewaking van goederen'.

Opleiding
De bewakingsagent die taken uitvoert van mobiele bewaking moet als opleiding de basisopleiding hebben gevolgd.

Identificatiekaart
Hij moet steeds in het bezit zijn van een identificatiekaart met de functievermelding ‘Exe' (basisopleiding).

Uitrusting
1° De bewakingsagent staat altijd in contact met een oproepcentrale. Hiervoor moet hij uitgerust zijn met een communicatiesysteem waarmee hij de oproepcentrale kan contacteren.
2° Indien hij alleen opereert moet hij ook een omvalarm en een lokalisatiesysteem bij zich dragen.
Deze beide vereisten moeten niet vervuld zijn indien de bewakingsagent ook de werkelijke leiding heeft van de bewakingsonderneming. In dit geval vermeldt zijn identificatiekaart naast ‘Exe' tevens ‘Dir'.

Voertuig
Het voertuig waarmee de bewakingsagent zich verplaatst draagt een voertuigkenteken en is uitgerust met een zoeklicht.

Verdachte elementen
Alvorens een terrein of een gebouw te betreden controleert de bewakingsagent de buitenzijde ervan. Hij kijkt uit naar verdachte elementen: inbraaksporen, een verdacht voertuig, voetstappen in de tuin, verdacht lawaai vanuit het pand, enz… Enkel wanneer langs de buitenzijde alles erop wijst dat er geen inbraak is, kan de agent het beveiligde goed betreden. Hij neemt zelf in ieder geval geen onnodige risico's. Bij vaststelling van het minste verdacht element is het aangewezen de contole onmiddellijk te onderbreken en de politie te verwittigen. De bewaker wacht in het voertuig en zet het zoeklicht aan in afwachting dat de politie ter plaatse komt. Dankzij het zoeklicht zal de politie vlugger de plaats waar het voertuig zich bevindt kunnen lokaliseren. Ook het pictogram dat op de achterzijde van het voertuig is aangebracht, draagt hiertoe bij.
De bewaker laat de politie binnen. Het is steeds de politie die als eerste het pand zal binnengaan. Politiefunctionarissen zijn immers, beter dan wie ook, opgeleid, uitgerust en bevoegd om risico's te beoordelen en mogelijke daders te vatten. De bewakingsagent betreedt het pand dus na de politieagenten.

Regelgeving: Koninklijk besluit van 7 april 2003 tot regeling van bepaalde methodes van bewaking (B.S., 7 mei 2003).