Bewakingsopdrachten worden in een democratische samenleving in principe ongewapend uitgeoefend. Gewapende bewaking is de uitzondering. Daarom sluit de aanvankelijke vergunning voor bewakingsondernemingen en interne bewakingsdiensten het gebruik van wapens uit. De private bewaking heeft immers een louter preventieve functie. Er wordt van de bewakingsagent niet verwacht dat hij de goederen die hij bewaakt gewapend verdedigt, noch dat hij zijn wapen hanteert als afschrikmiddel. Uitzonderingen op dit principe kunnen enkel gerechtvaardigd zijn vanuit de bekommernis het leven van de bewakingsagent te beschermen. Ondernemingen die gewapende opdrachten willen uitvoeren, moeten een speciale toestemming bekomen van de minister van Binnenlandse Zaken. De onderneming moet aantonen dat ze wapens daadwerkelijk nodig heeft voor het uitvoeren van haar activiteiten.
Voor welke activiteiten?
Niet alle activiteiten mogen gewapend worden uitgevoerd. Er mogen geen wapens worden gedragen:
- bij de bewaking van goederen, voor zover deze activiteit plaatsvindt op de openbare weg of op voor publiek toegankelijke plaatsen;
- door bewakingsagenten die activiteiten uitvoeren van persoonscontrole;
- door operatoren van alarmcentrales;
- door bewakingsagenten die de activiteit uitoefenen van "vaststelling toestand goederen";
- door bewakingsagenten die activiteiten uitvoeren van verkeersbegeleiding.
Voorwaarden voor de bewakingsagent
Vooraleer een bewakingsagent een wapen mag dragen:
- Heeft hij met succes de vereiste wapenopleiding van 42 uren gevolgd.
- Heeft hij bij de provinciegouverneur (voor bewakingsagenten die hun woonplaats in België hebben) of bij het bestuur openbare veiligheid bij de minister van Justitie (voor de bewakingsagenten die geen woonplaats in België hebben) een persoonlijke wapendrachtvergunning verkregen.
- Neemt hij minstens om de zes maanden deel aan schietoefeningen. Tijdens deze oefeningen vuurt de bewaker telkens minstens 50 patronen af.
Opleiding
Toelatingsvoorwaarden
- attest van goed gedrag en zeden van maximaal 6 maanden oud;
- voldoen aan de voorwaarde inzake afwezigheid van zekere veroordelingen;
- een bekwaamheidsattest voor de basisopleiding;
- facultatieve toelatingsvoorwaarde (afhankelijk van de opleidingsinstelling): geslaagd zijn in medisch onderzoek en psycho-technisch onderzoek.
Minimumprogramma
42 lesuren.
- Recht met bijzondere aandacht voor de wapenwetgeving, wettige zelfverdediging en het gewapenderwijs uitvoerend van bewakingsactiviteiten overeenkomstig de wet: 12 lesuren
- De beschrijving van de verschillende types van wapens die kunnen gebruikt worden door het personeel van bewakingsondernemingen en interne bewakingsdiensten: 6 lesuren
- Praktische hanteringsoefeningen met het oog op het veilig uitoefenen van de volgende operaties: laden, ontladen, wapenen, ontwapenen van het wapen, het beperkt demonteren van het wapen (gewoonlijk velduiteename genoemd), het dragen, hanteren en gebruiken van het wapen in de schietstand, de richtapparatuur gebruiken en de schietrichting en terugslag beheersen: 12 lesuren
- Praktische schietoefeningen: 12 lesuren
Welke wapens?
De bewaker kan slechts deze wapens dragen en de munitie gebruiken die wettelijk in het bezit zijn van de bewakingsonderneming of van de interne bewakingsdienst.
Het kan daarbij enkel gaan om volgende verweerwapens:
- revolver of pistool, met een kaliber lager dan 10 mm;
Wapenstokken zijn verboden.
Ook een lamp mag nooit als wapen gebruikt worden. Daarom mag een bewakingsagent ook geen staaflamp bij zich hebben die langer is dan 33 cm.
Het dragen van de wapens
Bij de gewapende uitoefening van bewakingsactiviteiten moeten een aantal regels gerespecteerd worden.
De bewaker draagt het wapen enkel en alleen tijdens de uitoefening van bewakingsactiviteiten. Daarbuiten wordt ieder wapen bewaard in de speciaal daarvoor voorziene wapenkamer van de bewakingsonderneming of de interne bewakingsdienst. Een personeelslid is belast met het beheer van de wapenkamer. Telkens een bewakingsagent met een wapen uit de wapenkamer naar een opdracht vertrekt, wordt in een wapenregister vermeld welke bewaker dit is en voor het uitvoeren van welke opdracht hij het wapen draagt. Zo valt altijd na te gaan welke persoon op welk ogenblik voor welke opdracht een bepaald wapen in gebruik had.
Bewakers die nog niet over een beroepservaring van 6 maanden beschikken, moeten bij de uitvoering van gewapende opdrachten te allen tijde begeleid worden door één of meerdere ervaren bewakingsagenten.
De wapenvergunning die de provinciegouverneur heeft afgeleverd moet de bewakingsagent altijd bij zich dragen.
Het gebruik van het wapen
Telkens als buiten de schietoefeningen met een vuurwapen wordt geschoten, dient de bewakingsonderneming of de interne bewakingsdienst dit in een omstandig verslag zulks te melden aan de FOD Binnenlandse Zaken.
Regelgeving:
- Artikel 8, §2 van de wet.
- Koninklijk besluit van 15 oktober 1991 tot bepaling van de erkenningsvoorwaarden van schietstanden (B.S., 1 augustus 2000).
- Koninklijk besluit van 24 mei 1991 betreffende de wapens die worden gebruikt door de personeelsleden van bewakingsondernemingen en interne bewakingsdiensten (B.S., 7 juni 1991).
- Koninklijk besluit van 7 april 2003 tot regeling van bepaalde methodes van bewaking.
- Koninklijk besluit van 20 september 1991 tot uitvoering van de wet van 3 januari 1933 op de vervaardiging van, de handel in en het dragen van wapens en op de handel in munitie (B.S., 21 september 1991).