ACTUALITEIT

Onderneming


Vergunningsprocedure

Om een vergunningi te bekomen dient een vergunningsprocedurei te worden gevolgd.

Hiertoe moet de kandidaat-detective voor elke eerste aanvraag of voor de vernieuwing ervan een aanvraag via een aangetekende brief richten tot de minister van Binnenlandse Zaken. De postdatum van de aangetekende brief verleent aan de aanvrager het bewijs van de aanvraagdatum.

Bij de aanvraag tot het verkrijgen (of tot de vernieuwing) van een vergunningi moeten volgende documenten of inlichtingen worden gevoegd:

  • Het origineel of een afschrift van een uittreksel van het strafregister bestemd voor een openbaar bestuur of een gelijkwaardig getuigschrift indien de aanvrager zijn woonplaats heeft in het buitenland. Het getuigschrift van goed zedelijk gedragi mag niet meer dan zes maanden oud zijn op het ogenblik dat de aanvraag wordt ingediend.
  • Een recente zwart-wit of kleuren-pasfoto en daarnaast het nummer van de identiteitskaart.
  • De huidige of toekomstige (fictieve) vestigingsplaats van de kandidaat om de overheidi toe te laten het correcte vergunningsstelsel toe te passen.
  • Het getuigschrift waaruit blijkt dat de kandidaat met goed gevolg de opleidingi (of een gelijkwaardige opleidingi voor detectives met buitenlandse vestigingsplaats) heeft gevolgd.
  • Indien de aanvrager het beroep wenst uit te oefenen als bijberoep, een schriftelijke verklaring met opgave van de bijzondere redenen waarom hij dit wenst te doen.
  • Voor de in het buitenland gevestigde privé-detective: het akkoord van de houder van de fictieve vestigingsplaats, die aanvaardt ervoor in te staan dat betrokkene de bepalingen van de detectivewet zal naleven.

Nadat de aanvraag is ingediend, legt de administratie een dossier aan. Er wordt onderzocht of de aanvrager aan alle vergunningsvoorwaardeni voldoet. Mogelijks zal de administratie hieromtrent bijkomende gegevens opvragen bij de aanvrager.

De minister vraagt een justitieadvies. Op basis van het administratief dossier zal de minister van Binnenlandse Zaken zijn uiteindelijke beslissing nemen.

Regelgeving: Koninklijk besluit van 29 april 1992 betreffende de vergunningi om het beroep van privé-detective uit te oefenen (B.S., 15 mei 1992), gewijzigd door de koninklijke besluiten van 2 juni 1997 (B.S. 9 juli 1997) en 26 mei 1998 (B.S. 19 juni 1998)

Justitieadvies

De minister van Binnenlandse Zaken is verplicht om bij elke vergunningsaanvraag de adviezen van de Veiligheid van de Staat en van de procureur des Konings van de wettige hoofdverblijfplaats van de betrokkene en, bij ontstentenis ervan, de minister van Justitie in te winnen. De wetgever oordeelde dat deze adviezen de naleving van de vergunningsvoorwaarde die betrekking heeft op het gerechtelijk verleden van de aanvrager, mogelijk maken. Alhoewel deze adviezen niet bindend zijn, volgt de minister van Binnenlandse Zaken vrijwel altijd een ongunstig advies. Vaak heeft de procureur des Konings de lokale politie voorafgaandelijk belast met de aanmaak van een rapport over de kandidaat. In dit kader gebeurt het overigens niet zelden dat de aanvrager door de politiediensten wordt verhoord.

Regelgeving: artikel 2, §1, eerste lid van de wet.

Beslissing en kennisgeving

De beslissing waarbij de vergunningi wordt verleend of geweigerd, wordt binnen zes maanden na de aanvraag ter kennis gebracht van de aanvrager. Deze termijn heeft geen dwingende waarde. Indien deze termijn wordt overschreden, leidt dit in geen geval tot het automatisch verlenen van een vergunning. Bij overschrijding van de termijn van zes maanden kan de aanvrager, indien hij hierdoor schade geleden heeft, wel schadeloosstelling eisen of beroep aantekenen bij de Raad van State.

De beslissing en de motieven worden aan de aanvrager bekend gemaakt via een aangetekende brief. De beslissing, zonder motieven, verschijnt als uittreksel van het ministerieel besluit in het Belgisch Staatsblad.

Beslissingen die een toekenning inhouden van de vergunningi om detective-activiteiten uit te oefenen, worden door de minister van Binnenlandse Zaken tevens aan bepaalde administratieve en gerechtelijke overheden meegedeeld. Deze kennisgeving is ook vereist bij de vernieuwing, de schorsing of de intrekking van een vergunning. Alhoewel de wet dit niet vereist, zal hetzelfde gebeuren in geval van wijziging van vestigingsplaats.

De bedoelde administratieve en gerechtelijke overheden zijn voor de in België gevestigde detective, de burgemeesters, de lokale politie en de procureurs des Konings van de gemeente waar de privé-detective is ingeschreven in het bevolkingsregister én van de gemeente waar de detective zijn vestigingsplaats heeft.

Voor de niet in België gevestigde detective zijn dit de administratieve en gerechtelijke overheden overheden van de gemeente waar deze detective zijn fictieve vestigingsplaats heeft gekozen.

Regelgeving: artikel 2, §1, 4e lid en artikel 16, §1 van de wet.

Vernieuwing van de vergunning

De eerste maal dat de detective wordt vergund, geldt de toelating om het beroep uit te oefenen voor een termijn van vijf jaar.

Ten minste zes maanden voor het aflopen van deze vergunningstermijn moet de detective een aanvraag indienen tot vernieuwing. Een laattijdige aanvraag betekent niet automatisch de weigering van de vergunning. Zij kan wél tot gevolg hebben dat de detective voor een korte periode zijn beroep niet meer kan uitoefenen, zonder dat hij de overheidi hiervoor aansprakelijk kan stellen.

Bij deze aanvraag moeten dezelfde documenten als voor de eerste aanvraag worden gevoegd en ze moet worden toegezonden per aangetekend schrijven.

Na een nieuwe vergunningsaanvraag wordt dezelfde procedure gevolgd als bij een eerste aanvraag: de FOD Binnenlandse Zaken stelt een administratief dossier samen en controleert of de detective nog steeds aan alle vergunningsvoorwaardeni voldoet; er volgt adviezen van de Veiligheid van de Staat en de pocureur des Konings; de gemotiveerde beslissing wordt ter kennis gesteld van de betrokkene en bepaalde overheden; tenslotte krijgt de detective een nieuwe identificatiekaart.

Vernieuwde vergunningen zijn geldig voor een termijn van tien jaar en kunnen -onder identiek dezelfde voorwaarden- telkens opnieuw met een termijn van tien jaar worden verlengd.

Regelgeving: artikel 2, §1, 2e lid van de wet.



www.ibz.be
www.besafe.be



 
Wettelijke bepalingen     Webmaster